Wat als je ‘emmer’ elke dag overloopt? Onderaan deze blog een link naar een filmpje waarin Louise uitlegt wat autisme betekent voor haar. Het geeft inzicht hoe enorm intensief en vermoeiend het dagelijkse leven is in een omgeving vol prikkels. Hoe verschillend breinen werken. En dat een omgeving waarin de een floreert, het voor de ander overleven kan zijn.
In mijn werk in het speciaal onderwijs heb ik tientallen jaren ervaren hoe verschillend breinen kunnen zijn. Dat wat voor de ene persoon overweldigend en storend is, kan voor de ander oké zijn. Ik denk aan de jongen die blokkeerde toen ik naast hem zat en uitleg gaf over een som. Hij bleek overgevoelig voor mijn koffieadem. Vanaf dat moment dronk ik onder schooltijd geen koffie meer. Een ander kind dat haarscherp alle geluiden verderop in de school hoorde. En wat maakte dat het werken soms niet lukte. Het vraagt kennis, observeren en afstemming op de ander wat nodig is en wat wel of niet werkt. Niet alles kan opgelost worden, maar het is zo belangrijk dat je gezien wordt. Dat het herkend en erkend wordt wat moeilijk is voor jou. Dat is wat ik probeer te doen als coach en ambulant begeleider in het onderwijs, in de gesprekken die ik heb in mijn praktijk.
Er kwam een periode dat ik zelf merkte hoe heftig overprikkeling kan zijn. Mijn lijf was overbelast en uitgeput. Het voelde of mijn ‘filter’ kapot was. Het was moeilijk uit te leggen aan anderen hoe het voelde en wat het deed met mijn brein. Zo graag een keertje koffie willen drinken in de stad met een vriendin. Een rustig zaakje opzoeken met weinig klanten en dan merken dat het geluid van het malen van koffiebonen niet te verdragen was. Dat het geluid pijn deed in mijn lijf. Wel willen luisteren naar de ander, maar het niet kunnen door de vele prikkels om me heen.
Gelukkig is mijn filter weer sterker geworden. Alleen blijft het een kwetsbaar punt, bijvoorbeeld als ik moe ben. Dit filmpje van Lou maakt duidelijk dat het hebben van een ander filter, het anders ervaren van prikkels, voor veel mensen dagelijkse kost is. Soms kan dan iets kleins voor de ander zo groot zijn. Zoals de docent die speciaal voor Lou de tikkende klok van de muur haalde.
Ik denk aan het Prikkelprofiel dat Nynke Zuurmond heeft gemaakt. Dat werkboek geeft inzicht, helpt om in gesprek te gaan met de ander. En te ontdekken wat wel en niet werkt. Een kleine verandering of aanpassing kan dan al zoveel betekenen. Een hulpmiddel van het Prikkelprofiel is de drie fasen van overprikkeling met de thermometer: rood, oranje en groen. Ik heb er emmertjes bij gemaakt om de overprikkeling te verduidelijken.
Samen met een 9-jarige jongen loop ik door zijn lokaal. Hij heeft memoblokjes met die drie kleuren. Hij plakte meteen een rood blaadje op de grote tafel voorin de klas. Naast de tafel hangt het wc-kaartje. Iedere keer als een leerling naar de wc gaat, het kaartje omgedraaid wordt, is er een geluidje door het leunen tegen die wiebeltafel. Voor deze jongen zorgt dit voor ‘code rood’. En hoe simpel is dit op te lossen met een viltje onder de tafelpoot. Soms kost het meer tijd om te ontdekken welke aanpassing nodig is. Maar het feit dat je samen op zoek gaat naar wat nodig is, is al zo belangrijk. Dat maakt het verschil. Je wordt gezien.
Meer over het Prikkelprofiel: https://prikkelprofiel.nl/ De kleurige Zo-voel-ik-mij kaart van https://www.lieverdeliefste.nl/
Het filmpje van Louise: https://www.linkedin.com/posts/samvandenhaak_onderwijs-neurodivergent-activity-7206201204899467265-y6Et?utm_source=combined_share_message&utm_medium=member_desktop