Tijdens de Kinderboekenweek worden in de bibliotheek in Zwolle pop-up talentgesprekken gehouden. Samen met andere talentfluisteraars zit ik klaar om met kinderen in gesprek gaan over dat waar ze blij van worden, veel energie van krijgen en de tijd bij vergeten.
Eén jongen, laten we hem Peter noemen, komt samen met zijn moeder bij mijn tafel zitten. Peter kijkt me met stralende ogen aan en lijkt zin te hebben in het gesprek. Hij kan heel goed vertellen wat hij graag doet en waarom hij dat zo leuk vindt.
Hij vertelt over atletiek en schaken en noemt in een vlot tempo alle verschillende atletiekonderdelen op. Als ik vraag welke van die dingen hij het leukst vindt, schrijf ik dat op een groot vel papier. Er komen steeds meer woorden op te staan die weergeven waar hij plezier in heeft. Bijvoorbeeld dat hij graag zijn eigen prestaties verbetert. Hij legt me uit waarom het niet handig is dat je bij hordelopen een hindernis omgooit: dat kost je tijd en je kunt vallen. We praten over Sifan Hassan, dat je na een valpartij ook zomaar eerst kunt worden. Ja, dat heeft hij ook gezien, geweldig was dat!
Ik vraag wat er fijn is aan schaken, waar hij zo van geniet. Peter vertelt dat hij het zo leuk vindt om naar het veld van de tegenpartij te kijken. En ziet dat de ander twijfelt of de loper of de toren verzet moet worden. En dat hij dan bedenkt welke slimme zetten de ander het beste kan doen. ‘Zie jij in je hoofd dan de slimste zetten en kun jij al meerdere stappen vooruit denken?’ vraag ik hem. ‘Ja, dat kan ik!’, zegt hij vrolijk. ‘Vertel je dat dan ook aan de ander, help je de ander wel eens?’ ‘Nou soms zeg ik het per ongeluk!’ lacht hij. En zo ontvouwt zich een mooi gesprek waarbij hij vertelt wat er zo leuk is aan een bepaalde activiteit of handeling.
Aan de andere kant van de tafel liggen veertig talentkaarten. De veertigste kaart heeft het woord ’Mijn talent’, want je kunt ook zelf een eigen talentnaam bedenken. Het gaat niet om de talentnaam, maar om te ontdekken wat jou zoveel energie geeft.
Samen kijken we naar de kaarten. Ik vraag: ‘Zal ik kaarten kiezen waar ik aan denk of pakken we om de beurt een kaart?’ Dat laatste wil hij graag. Als ik een kaart pak en vertel waarom ik aan die talentnaam denk, vertelt Peter of hij vindt of het klopt of niet. Even later hebben we allebei vier kaarten gepakt en schrijf ik de acht talentnamen op het vel papier waar ook de woorden en de zinnen van het gesprek staan. Ik vertel hem dat ik heb genoten van zijn verhaal over zijn talenten. Peter straalt en loopt met een blij gezicht de kamer uit met de talententekening in zijn hand.
Na Peter komt een meisje aanschuiven en zij vertelt over haar liefde voor boeken en Tina’s lezen en over het voetballen. We onderzoeken samen waarom dat zo leuk is voor haar. Er ontstaat een heel ander gesprek over haar unieke talenten.
Over voetballen en talent: verstopt onder de geweldige prestaties van de voetballers zijn allerlei talenten te ontdekken. Maar datgene wat het voetballen voor elk van die spelers zo leuk maakt, waarom ze er van genieten kan heel verschillend zijn. De een geniet van bewegen, de ander houdt van samenwerken met een team, en weer een ander speelt de bal graag over zodat een teamlid kan scoren. Het mooie is: in ieder mens zitten veel talenten, je hebt je eigen unieke mix. En als je ze herkent en vaker inzet, krijg je meer energie. Mijn batterij is weer opgeladen door het schrijven van dit verhaal! #blijvanschrijven #woordkunstenaar